De tarieven voor box 2 in 2025 zijn 24,5% over de eerste € 67.804 en daarboven 31% (dit was in 2024 33%).
Onder het inkomen in box 2 vallen alle reguliere inkomsten die een DGA (directeur-grootaandeelhouder) ontvangt uit zijn of haar BV, waaronder dividend.
Uitkering van dividend tegen het lage tarief. Hoe werkt dat?
Het dividend kan worden uitgekeerd en wordt belast tegen het lage tarief indien het niet meer bedraagt dan € 67.804. Heeft de DGA een fiscale partner, dan mag er zelfs 2 keer het bedrag van € 67.804 worden uitgekeerd. De totale dividendinkomsten van € 135.608 mogen in de aangiften inkomstenbelasting bij box 2 tussen de fiscale partners vrijelijk worden verdeeld.
Wel dient de BV na het vaststellen van het dividend een bedrag van 15% aan dividendbelasting in te houden en af te dragen aan de Belastingdienst. Deze dividendbelasting wordt bij de aangifte inkomstenbelasting als voorheffing gezien, zodat per saldo er nog 9,5% aan inkomstenbelasting wordt betaald.
Met welke valkuil moet ik rekening houden?
De valkuil waarmee rekening moet worden gehouden, is de afname van de algemene heffingskorting. Deze daalt naarmate het inkomen hoger is. Onder inkomen wordt vanaf dit jaar ook het inkomen in box 2 en box 3 meegerekend, naast het inkomen in box 1. Dit noemen we het verzamelinkomen. Het gevolg is dat bij een verzamelinkomen van minder dan € 76.816 de algemene heffingskorting verdwijnt en het totale belastingtarief over het dividend 24,5% + 6,337%, oftewel 30,837%, is. Dit ligt op vrijwel hetzelfde niveau als het normale tarief in box 2 van 31%. Iemand die al een verzamelinkomen heeft dat boven € 76.816 uitkomt, betaalt wel het tarief van 24,5%; deze persoon was de algemene heffingskorting toch al kwijt.
Noot: Het antwoord is gebaseerd op de bij ons bekende wetgeving en jurisprudentie per de hierboven aangegeven datum.