De Belastingdienst gebruikt op aangiften en aanslagen een specifieke codering. Deze codes geven direct informatie over het soort belasting, het tijdvak en de status van de aanslag. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste onderdelen en hun betekenis.
Het aanslagnummer begint altijd met het BSN (Burgerservicenummer) of fiscaal nummer. Daarna volgt een letter die het soort belasting of aanslag aanduidt. Vervolgens komt het laatste cijfer van het jaar waarop de aanslag betrekking heeft, eventueel aangevuld met een periodecode (maand of kwartaal). Tot slot volgt een statuscode, die de fase van de aanslag weergeeft.
Wat is de betekenis van de letters op aanslagen?
Omzetbelasting
B Omzetbelasting
F Naheffingsaanslag omzetbelasting
O Teruggave omzetbelasting
Loonbelasting
A Naheffingsaanslag loonheffing
L Loonheffing
Inkomstenbelasting en zorgverzekering
H Inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
W Zorgverzekeringswet
Vennootschapsbelasting
V Vennootschapsbelasting
Overig
J Teruggave loonheffingen/zorgverzekeringswet
M Motorrijtuigenbelasting
Y Naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting
Wat zijn statuscodes?
0-5 Voorlopige aanslagen
6 Definitieve aanslag
7-9 Navorderingsaanslagen
Wat zijn periodecodes?
01 tot en met 012 maanden januari tot en met december
21 1e kwartaal
24 2e kwartaal
26 3e kwartaal
30 4e kwartaal
Noot: Het antwoord is gebaseerd op de bij ons bekende wetgeving en jurisprudentie per de hierboven aangegeven datum.